FRITEL
Everzwijnstoofpotje met bosbessen, knolseldermousseline en versbereide aardappelkroketjes
Ingrediënten
Voor de marinade
0,5 dl balsamicoazijn
0,5 dl sinaasappelsap
1 dl olijfolie
1 el. mosterd
7 takjes verse tijm
1 tl. kaneel
2 el. versgemalen peper
Voor het everzwijnstoofpotje
600 gr everzwijnfilet in kleine stukjes
4 sjalotjes
4 selderijstengels
4 wortelen
300 gr bosbessen
300 ml wildfond
300 ml rode wijn
25 gr boter
25 ml crème de cassis
2 el. bosbessenconfituur
2 laurierblaadjes
2 kaneelstokjes
4 kruidnagels
Voor de knolseldermousseline
knolselder
1 dl room
muskaatnoot
peper
zout
Versbereide aardappelkroketjes
2 kg bloemige aardappelen
4 eidooiers
4 eiwitten
paneermeel
bloem
klontje boter
peper, zout, nootmuskaat
Bereiding
Marinade
Meng de ingrediënten voor de marinade en overgiet er de stukjes everzwijnfilet mee. Dek dit af en laat het 1 dag op een koele plaats marineren.
Everzwijnstoofpotje
Schep de stukjes everzwijnfilet uit de marinade, dep ze goed droog met keukenpapier en bewaar de marinade.
Neem een kookpot met dikke bodem, smelt wat boter en schroei de stukjes everzwijnfilet dicht.
Verwarm in een apart pannetje de wildfond, fijngesneden sjalotjes en rode wijn met de helft van de marinade. Schenk dit bij de everzwijnstukjes. Breng het geheel aan de kook en voeg vervolgens de bosbessenconfituur, laurier, kaneel en kruidnagels toe en laat het geheel 50 minuten met de deksel zachtjes sudderen.
Snijd de selderij en de wortelen fijn en schep samen met de bosbessen, 15 minuten voor het einde, door het stoofpotje.
Net voor het serveren breng je de crème de cassis aan toe en kruid af met zout en versgemalen peper.
Knolseldermousseline
Snijd de knolselder in stukken en kook ca. 20-30 min. gaar in gezouten water. Giet af.
Kook de room apart in met peper, zout en nootmuskaat
Vul de FRITEL blender met de knolselder en de ingekookte room.
Blend tot een smeuïge mousseline.
Versbereide aardappelkroketjes
Schil de aardappelen en snij ze in gelijke stukken. Kook de aardappelen net gaar en giet ze af.
Plet de aardappelen met een pureestamper, of draai ze door een roerzeef (passe-vite).
Op smaak brengen met peper, zout en nootmuskaat. Meng er een klontje boter en de eierdooiers onder.
Neem een bakplaat of grote schotel en spuit de puree met een spuitzak met een grote spuitmond in slierten over de volledige lengte van de plaat of schotel (of gebruik een kroketmachine).
Laten de kroketten afkoelen in de koelkast en snij ze dan in stukken van 4 à 5 cm.
Haal de kroketten door het opgeklopt eiwit, en daarna door het paneermeel. Haal ze een tweede keer door het eiwit en het paneermeel voor een krokanter korstje.
U laat nu best de kroketten nog een uur rusten in de koelkast.
Stel uw FRITEL friteuse in op 180°C. Wanneer het toestel op temperatuur is, leg dan enkel de bodem van de korf vol (zeker niet opstapelen). Het mandje met kroketten niet om de haverklap boven halen en schudden. Als de kroketten komen bovendrijven en een lichtbruin korstje hebben zijn ze klaar.
Tips
Witte groenten steeds in koud water op zetten, zo blijft de witte kleur behouden.
Gebruik geen elektrische mixer/klopper om de aardappelen te pletten, hierdoor bekomt u een kleverige massa.